Als u en uw partner samenwonen is een samenlevingscontract een verstandige keuze. Met een samenlevingscontract legt u de praktische zaken omtrent uw relatie vast. U maakt bijvoorbeeld afspraken over de financiën en van wie welke meubels zijn. Echter bent u met een samenlevingscontract niet automatisch elkaars erfgenaam. Om te zorgen dat uw partner wel in uw huis kan blijven wonen met uw bezittingen, kan u een verblijvingsbeding laten opstellen.
Geen erfgenaam
Met alleen een samenlevingscontract bent u dus niet elkaars erfgenamen. Dit bent u pas als u elkaar tot erfgenaam benoemt in een testament. Als een van u komt te overlijden dan krijgen de erfgenamen van de overledene recht op de helft van het huis en de meubels.
Met een verblijvingsbeding kan u dit voorkomen. Hiermee voegt u een clausule toe aan het samenlevingscontract en legt u vast dat, wanneer een van u komt te overlijden, de ander automatisch eigenaar wordt van al uw gezamenlijke spullen. Wilt u ook dat persoonlijke bezittingen van de ander worden? Dan legt u dat vast in een testament.
Zonder deze clausule kan het zijn dat de langstlevende partner door de wettelijke erfgenamen uit het huis gezet kan worden.